Onbalanshandel maakt wind plus batterij rendabel
Dit artikel van Katrijn de Ronde verscheen op 18 mei op energeia.nl
LELYSTAD (Energeia) - De combinatie windturbines en opslag kan geld opleveren, blijkt uit een dinsdag gepresenteerde studie van ingenieursbureau DNV GL in opdracht van opslagbranchevereniging Energy Storage NL, vereniging van windmoleneigenaren Windunie en energieleverancier Greenchoice. De windturbine-eigenaren maakten zich de meeste zorgen over de kosten voor de netaansluiting.
De opdracht was om uit te zoeken of er een haalbare business case te maken valt voor de combinatie van energieopslag en windenergie-opwek. De onderzoekers hebben naar drie scenario's gekeken bij een windturbine van 0,8 MW en een windpark van 14 MW. Ook hebben ze gekeken naar verschillende opslagsystemen, waaruit bleek dat op dit moment lithium-ion-accu's de beste optie zijn.
De business case voor het combineren van opslag met windturbines kan positief zijn, concluderen de onderzoekers, mits er aan een aantal voorwaarden wordt voldaan. Zo maakt de grootte van het opslagsysteem uit; een groter systeem is relatief goedkoper dan een klein systeem, maar een systeem waarvan het vermogen groter is dan dat van het windpark zelf leidt weer tot hogere aansluitkosten. Daar moet een goed evenwicht worden gevonden.
Coöperatief opslagsysteem
Eén optie is om in coöperatief verband een opslagsysteem neer te zetten, waar verschillende kleinere windmolens op worden aangesloten. Daarbij kan gebruik worden gemaakt van de bestaande aansluiting, waar een systeem op wordt aangesloten dat centraal wordt aangestuurd. Op die manier kunnen ook kleinere windparken gebruik maken van het schaalvoordeel.
Een andere voorwaarde is dat de opslag voor meerdere doeleinden wordt ingezet. De onderzoekers concluderen dat het niet rendabel is om opslag te gebruiken om de stroomtoevoer aan het net gelijkmatig te houden en zo onbalanspremies van de windturbine-eigenaar te voorkomen. Wat wel interessant kan zijn, is om het opslagsysteem te gebruiken voor de eigen consumptie van energie. Daardoor wordt een deel van de energie al opgesoupeerd voor die op het publieke net wordt gezet. Dit kan, zeker bij agrariërs, ertoe leiden dat de netaansluiting kleiner -en dus goedkoper- kan.
Stroomhandel
Maar de echte verdiensten zitten in het handelen met de elektriciteit uit de energie-opslag. DNV GL heeft naar de handel op drie markten gekeken: de spothandel op de Nederlandse Epex Spot, de markt voor de primaire reserve of frequentiehandhaving en de markt voor de secundaire reserve of regelvermogen. Die laatste twee markten hebben tot doel de balans op het elektriciteitsnet te handhaven.
De onderzoekers zien met name mogelijkheden op de markt voor regelvermogen. De prijsverschillen op Epex Spot zijn nu nog te laag om genoeg op te brengen, al kan dat in de toekomst veranderen als de prijsontwikkeling grilliger wordt door een groter aandeel duurzame opwek. De markt voor frequentiehandhaving is op dit moment weliswaar interessant, maar, waarschuwen de onderzoekers, die is ook klein en de prijzen zullen onder druk komen te staan als er meer opslag wordt geplaatst. Zo is energiebedrijf Eneco van plan samen met Mitsubishi bijvoorbeeld in te stappen op deze markt in Duitsland, en met thuisbatterijen onder de naam Crowdnett in Nederland.
Regelvermogen
Blijft over: de markt voor het secundaire of regelvermogen. Dit is vermogen dat binnen een kwartier moet worden geleverd nadat het is afgeroepen. De markt is groter dan die voor frequentiehandhaving, die neerkomt op een snelle puls op het moment dat de frequentie op het net uit balans dreigt te raken, en de prijzen staan minder onder druk. Er kan worden gevraagd om meer elektriciteit te leveren, of juist meer af te nemen.
In principe kan een accu zowel energie afnemen van het net als leveren, maar in de combinatie met een windturbine is de beste optie om de accu te vullen met de elektriciteit uit de windturbine en die te leveren aan het net op het moment dat er onbalans ontstaat, concluderen de onderzoekers. Als de windturbine-eigenaar vervolgens ook nog een deel van de elektriciteit uit de opslag voor eigen gebruik afneemt, ontstaat er langzamerhand een rooskleurig financieel plaatje.
Aansluiting
Na de presentatie van het rapport hadden de windturbine-eigenaren in de zaal -landelijk gesitueerd in Lelystad, omringd door windturbines- veel vragen. Zijn de onbalanspremies meegenomen in de studie, wilde er eentje weten. (Ja, antwoordde de onderzoeker.) En waar wordt die opslag precies neergezet, vroeg een ander. Want het is leuk om te rekenen met 10 MW-vermogen, maar wie heeft de aansluiting daarvoor liggen? Werkt het model nog wel als er allemaal kleine opslagjes bij verschillende windturbines worden geplaatst? Of moet er dan toch weer een nieuwe aansluiting voor een centrale opslag komen? Dat zou namelijk de rendement weer in gevaar brengen.
De onderzoekers benadrukten dat het hier gaat om een haalbaarheidsstudie. Zij nodigden de aanwezigen in de zaal uit om met concrete cases te komen, zodat die kunnen worden doorgerekend, en de data gebruikt om het algoritme voor onbalanshandel te verbeteren.
Nuon en Scholt Energy Control
Er zijn ook verschillende marktpartijen die in de praktijk ervaring op doen met opslag en windparken. Zo plaatst energiebedrijf Nuon een 3 MW-batterij bij het Prinses Alexia-windpark, en Scholt Energy Control zet 1 MW neer bij windpark Giessenwind. Die laatste is ook van plan te gaan handelen op de markt voor het secundaire vermogen, en wil daarmee ervaring opdoen en het algoritme verfijnen om zo ook andere toetreders met diensten bij te kunnen staan.