Optimalisatie van Energiemanagement met internationale norm ISO 50001
Energie-intensieve bedrijven hebben de afgelopen jaren gemerkt hoe de wereldwijde geopolitieke verhoudingen tot enorme prijsopdrijvingen kunnen leiden. Tezamen met de klimaatdoelen is het zuinig omgaan met energie meer dan ooit een hot item in zowel de industrie als de gebouwde omgeving. Eén van de belangrijke hulpmiddelen om het energieverbruik te verminderen is goed energiemanagement. Want: meten is weten. In de EU Energy Efficiency Directive (EED) is daarom aan de EU-lidstaten de verplichting opgelegd om bij de energie-intensieve bedrijven het gebruik van energiemanagementsystemen te stimuleren. De internationale norm ISO 50001 kan daarbij helpen. Matthijs Dierick van DNV legt uit waarom die norm zo belangrijk is.
Eerst even een belangrijke noot vooraf: DNV is een certificeringsinstelling en biedt geen implementatiediensten of consultancy voor managementsystemen aan. Dierick benadrukt dat om de onafhankelijkheid van DNV te duiden. “Het zou best raar zijn als ik een organisatie help bij het implementeren van een energiemanagementsysteem volgens ISO 50001 en mijn collega mijn werk gaat controleren en certificeren. Stel dat mijn werk niet goed is, wat zegt dat dan over DNV?” Met zijn 23 jaar ervaring heeft Dierick wel de nodige bedrijven geauditeerd tegen verschillende ISO-normen, en daarnaast leidt hij nu auditoren op. Zij zijn onder andere druk doende met het auditen op ISO 50001, want de laatste jaren is deze energiemanagementnorm steeds meer op de agenda van organisaties gekomen. Dierick: “Dat komt omdat de energieprijzen sinds de oorlog in Oekraïne sterk zijn gestegen. De huidige ISO 50001 is een internationale norm geworden als opvolger van de Europese norm EN 16001. En het regelt dat bedrijven goed nadenken én opschrijven wat hun energieverbruik in hun organisatie is, en waar ze precies energie verbruiken en kunnen besparen. De eerste bedrijven waren vooral intrinsiek gemotiveerd vanwege hun hoge energieverbruik. Dat waren voornamelijk de energie-intensieve bedrijven. Als je ook nu kijkt hoeveel organisaties in Nederland ISO 50001 hebben geïmplementeerd, dan zijn dat met ruim 50 gecertificeerde organisaties helemaal niet veel bedrijven. Maar deze bedrijven verbruiken, met meer dan 1000 vestigingen bij elkaar, wel veel energie. Nu zie je dat ook minder energie-intensieve bedrijven een energiemanagementsysteem invoeren, omdat energie een significante kostenpost is geworden.”
Klimaatbeleid
Een andere belangrijke drijfveer is het Europese klimaatbeleid, stelt Dierick. “Energie-intensieve bedrijven die al jaren onder de ETS-emissiehandel vallen, houden hun CO2-uitstoot goed bij. En ook MJA-bedrijven (meerjarenafspraken energie-efficiëntie) hadden een rapportageverplichting. De MJA bestaat niet meer, de rapportageverplichting nog wel. ISO 50001 kan daar heel makkelijk bij helpen. Veel bedrijven hebben al een ISO-norm geïmplementeerd; de bekendste is ISO 9001 voor kwaliteit. Omdat ISO-normen een zogeheten ‘harmonized structure' hebben, is het daarna eenvoudiger om in dit geval een energiemanagementsysteem in te voeren. De specifieke elementen die toegevoegd moeten worden, staan in het document aangegeven. Het is een kwestie van deze elementen in het bedrijf eerst goed te meten, dan op te halen en vervolgens toe te voegen.” Nu weten energie-intensieve bedrijven heel goed wat ze verbruiken, omdat energie veruit de hoogste kostenpost is. Maar steeds vaker kijken ook bedrijven met veel kantoren naar hun energieverbruik. “En heel belangrijk wat de norm ook aangeeft: wat doe je eraan om te besparen op dat energieverbruik? Als ik kijk naar mijzelf, is de keuze om enkel ledlampen in mijn thuiskantoor aan te brengen veel minder effectief dan de keuze die ik maakte om op een elektrische auto over te stappen. Ik rijd 70.000 km per jaar, en nu dus niet meer op diesel maar op duurzame stroom, dankzij de zonnepanelen op mijn dak.” Waar de implementatie van dit energiemanagementsysteem voor zorgt is dat bedrijven zich inzicht verschaffen in hun energieverbruik. En dat is lang niet altijd goed geregeld, weet Dierick uit eigen ervaring. “Ik was onlangs bij een productiebedrijf, met een heel machinepark. Maar meer dan alleen de elektriciteitsmeter die jij en ik thuis ook hebben, had het bedrijf niet. Dan kun je wel weten wat je verbruikt aan energie in totaal, maar je weet nog niet waar je kunt besparen. Het lijkt een no-brainer, maar je moest eens weten hoeveel bedrijven dat niet op orde hebben.
Niet goed of écht niet goed voor elkaar
Ook bij audits voor ISO 50001 bij bedrijven komt Dierick wel geregeld iets tegen dat organisaties toch nog niet goed genoeg hebben gedaan. “Wij maken daarbij onderscheid tussen major en minor non conformity, oftewel grote of minder grote afwijkingen. Die eerste categorie is duidelijk: je hebt je zaken nog niet op orde, dan krijg je geen certificaat. Bij een minor afwijking komt het bijvoorbeeld voor, dat een productiebedrijf het energieverbruik van de productie-eenheden goed in kaart heeft gebracht, maar het kantoor niet heeft meegenomen. Dan krijgen ze het certificaat op voorwaarde dat binnen 13 weken na de audit een plan van aanpak wordt ingeleverd. En wat betreft de invoering daarvan: we komen ieder jaar terug voor de audit. En als het dan nog niet op orde is, moet het binnen 3 maanden hoe dan ook volledig ingevoerd zijn, anders zijn ze hun certificaat kwijt.”
En dat kan vervelend zijn, want steeds meer opdrachtgevers willen dat hun toeleveranciers een energiemanagementsysteem hebben ingevoerd. “Sinds vorig jaar is de energie-audit verplichting in de EU ingevoerd, waarbij grote bedrijven – minimaal 250 fte en een jaaromzet groter dan € 50 miljoen – verplicht iedere 4 jaar een energie-audit moeten uitvoeren. Heb je echter een energiemanagementsysteem ingevoerd, zoals ISO 50001, dan ben je van die verplichting vrijgesteld.