Skip to content

Drie vragen aan Dieuwertje Troost, Lead Auditor voedselveiligheid

In dit artikel beantwoordt Dieuwertje Troost, Lead Auditor Food bij DNV, drie interessante vragen die betrekking hebben op voedselfraude. Dieuwertje geeft bijvoorbeeld antwoord op de volgende vraag 'hoe voorkom je voedselfraude?'.

De melkboer die z’n melk aanlengt. Is dat wat we ons moeten voorstellen bij voedselfraude?

Verdunnen is één van de vormen van voedselfraude. Een andere is substitueren, het toevoegen van andere stoffen, zoals er een paar jaar geleden minerale olie werd toegevoegd aan zonnebloemolie. Er bestaat ook kopiëren, dat wil zeggen: je maakt een goedkope variant van het werkelijke product. Zo werd enkele jaren geleden zonnebloemolie aangelengd met chlorofyl, betacaroteen en sojaolie en verkocht als 'extra vierge olijfolie'. Mislabeling is ook een vorm van fraude. Dan staat er op het etiket iets anders dan wat er werkelijk in de verpakking zit. De grote vraag is altijd: wanneer is er sprake van voedselfraude? En belangrijker nog: Is de voedselveiligheid in gevaar? Economisch gewin is altijd de reden. Erger is de volksgezondheid die in gevaar kan komen. Soms met dramatische gevolgen zoals in 2008 in China met het toevoegen van melamine aan de babymelk. Het aanlengen van melk met leidingwater kan geen kwaad voor de volksgezondheid, maar is wel degelijk een economische overtreding.

Komt voedselfraude vaker voor dan vroeger?

Dat lijkt misschien zo, omdat het vaker in het nieuws komt. Maar dat komt juist omdat we er dichter bovenop zitten. Ons voedsel wordt veel beter bewaakt. Vroeger lag de focus veel minder op voedselfraude en werd het minder vaak ontdekt. 

Hoe voorkom je voedselfraude?

Voedselveiligheidsnormen eisen van de bedrijven die wij certificeren een kwetsbaarheidsstudie. Daarbij wordt onder meer gekeken naar de grondstoffen, maar ook naar de leverancier. Met een hele komkommer is moeilijk te rommelen. Een vloeibaar product of poeder is veel gevoeliger. Je kijkt dus naar een product en wat daar in het verleden mee is gebeurd. Een bedrijf moet dat allemaal in kaart brengen. Zo ook de leverancier. Je moet exact beschrijven wie de leverancier is en hoe betrouwbaar deze is aan de hand van issues uit het verleden. Zo is een bekend bedrijf waar je al jaren goede zaken mee doet natuurlijk veel betrouwbaarder dan een nieuwe partij die ineens met hetzelfde product komt maar verdacht ver onder de prijs zit. Wij geven certificeringen af en controleren of producten aan de voorwaarden van de norm voldoen. We schrijven geen boetes uit. Als zaken werkelijk de voedselveiligheid in gevaar brengen, is dat een zaak voor de NVWA in. We kijken dus altijd naar waar de risico’s liggen en hoe je die kunt beheersen. Op die manier wordt ons voedsel veel veiliger dan vroeger en komt er meer consument vertrouwen.

Wilt u zelf aan de slag met het voorkomen van voedselfraude? Bekijk hier onze trainingen op het gebied van voedselveiligheid.

Wilt u meer informatie?